
Nationaal Landschap
Voor de vorming van het landschap van de Friese Wouden zijn twee ijstijden van groot belang geweest: de Saale-ijstijd en de Weichsel-ijstijd. Tijdens de Saale-ijstijd, 240.000 tot 130.000 jaar geleden, bedekte een grote ijsmassa Noord-Nederland. De ijsmassa, die soms een dikte van een kilometer, werkte als een bulldozer die de bodem opstuwde. Zo zijn bijvoorbeeld de kliffen in Gaasterland gevormd. Toen de gletsjer zo’n 130.000 jaar geleden gesmolten was, bleven er grote stenen achter, de zwerfstenen. In die koude tijd leefden hier geen mensen.
De Friese Wouden zijn nu een landschappelijk aantrekkelijk en uniek gebied tussen Dokkum en Drachten. Het gebied van ruim 25.000 hectare dankt de titel Nationaal Landschap aan de unieke combinatie van landbouwgrond, natuur en cultuurhistorie. Je ziet hier houtwallen, weidegronden, meren, moerassen en veel zandpaden. Opvallend is het grote aantal pingo’s en dobben. Door de ligging op de grens van zand en klei zijn de natuurwaarde en biodiversiteit bijzonder groot. Het eeuwenoude coulisselandschap met elzensingels en houtwallen is vrijwel intact gebleven. Dat maakt het uniek in heel Europa.
Kijk ook bij: Noardlike Fryske Wâlden